David Krooshof

Foto’s maken in de nacht (in Dutch)

Belichten

Probeer zo licht mogelijk te fotograferen zonder gezichten te overbelichten. Te donker fotograferen kun je repareren in nabewerking, maar te licht niet. Voorkom dat mensen overbelicht raken. Een camera kan niet goed inschatten wat jij in het beeld goed wil hebben. Bij contrastrijke situaties in de nacht, met felle lampen en diepe schaduwen, maar een camera vaak belichtingsfouten.

Belichtingsdriehoek: ISO, A, F.

Er zijn drie manieren om meer licht binnen te krijgen, ieder met hun prijs:

• Hogere ISO (meer ruis, mindere kleuren)

• Grotere lens Aperture = opening (scherpstellen komt preciezer)

• Langere Sluitertijd (bewegingen vervagen)

Aperture

Een grote lensopening (aka Aperture), dus een lager F-getal, is ‘s nachts een goed idee. Een lens met een grote opening (lager dan F2) maakt dat je sluitertijd korter kan zijn. F4 vraagt een 4x zo lange sluitertijd dan F2. Veel 50mm en 35mm primes (lenzen die niet kunnen zoomen) zijn beschikbaar als F1.8 of lager. Wijd open schieten geeft vaak zachte achtergronden. Maar lampen kunnen meer flaires geven. En scherpstellen is lastiger. Ook bij autofocus. Zet bij handmatige lenzen focus peaking aan. Zorg dat je weet hoe je in kunt zoomen om je scherpte te beoordelen.

Een vrouw met een blauwe doek op haar hoofd gele kleding is theatraal belicht, maar zit, aan de koffiemachine achter haar te zien, in een soort kantine. Ze heeft haar hand op haar kin en kijkt observerend naar links. Ze is niet helemaal aanwezig. Het herinnert aan het meisje met de parel van Vermeer.

85mm F2.8. Door de open lens is de achtergrond mooi zacht. Licht dat half van achter komt is veel spannender dan licht van voren, zoals bij een flits op een camera gebeurt.

Sluitertijd

Om bewogen foto’s te voorkomen, kun je meestal niet langer belichten dan 1/50. Sowieso is het het een goed idee om je camera of op statief te zetten (strakke achtergronden, uitgeveegde mensen die lopen) of mee te bewegen met personen (strakke weergave van hoofdpersoon, uitgeveegde achtergronden). Dat laatste vergt oefening. Maar als je 2 goeie foto’s hebt uit 50 takes, dan heb je wel 2 hele gave foto’s. Een camera met image stabilisation helpt. De nachtstand van iPhone camera app is echt heel goed, trouwens, en die negeert bewegingen.

Het is nacht. Een pad leidt in een bocht omhoog. links is het pad begrensd door een gele rotswand. De fotograaf is in zijn eigen beeld gestapt, loopt bijna het beeld weer uit. Rechts is een huis. Links is een lantaarnpaal en wat planten. Onder de lantaarnpaal jagen vleermuizen op de insecten die op de lamp afkwamen. De foto is een stapel van enige honderden video frames van deze vleermuizen. Door de lange sluitertijd zijn de individuele vleermuisframes niet als vorm herkenbaar als vleermuis.

Door de lange sluitertijd van de afzonderlijke beelden waaruit deze trails-foto is samengesteld, zijn de voorbijvliegende vleermuizen uitgesmeerd. Hun vorm is moeilijk te duiden.

ISO

Als een hogere lichtgevoeligheid (ISO) van je camera mogelijk maakt dat de foto lukt, dan is dat prima. Ruis is meestal niet zo erg. Als je de functies van de knoppen op je camera kunt aanpassen, maak ISO en auto ISO dan makkelijk bereikbaar. In tegenstelling tot Aperture en Sluitertijd, zitten er geen creatieve consequenties aan het veranderen van je ISO. Daarom kun je het best je ISO automatiseren.

Het is het begin van de nacht. De lucht is diep blauw. Een brede sloot leidt naar de horizon, links en rechts zijn de kades heel donker. Een paar lichtjes aan opvallend vlakke de horizon. De lucht weerkaast in de sloot. Het water is vlak. De maan is vol, maar 2/3e verduisterd. Hij reflecteert ook in de sloot. De staande foto komt grafisch over.

De maan is ontzettend fel ten opzichte van de rest van de scene. Om nog iets van de lucht en het water te zien, is de foto lang belicht. Maar daardoor is het niet-verduisterde deel van deze half verduisterde maan overbelicht geraakt en uitgesmeerd. Zulke effecten wil je niet in gezichten in je foto's zien.

INSTELLINGEN

M, van Manual

Handmatig (Manual) de belichting instellen kan soms beter voorspelbaar zijn dan automatisch. We willen graag gezichten kunnen lezen, maar als een camera die gezichten overbelicht heeft, dan heb je geen foto. Dus als je handmatig de belichting daarop instelt, dan lukken je foto’s wel. Maak een paar testopnames op de locatie en check je beelden. Begin bij F1.8, 1/50, en ISO 1600, en pas de ISO aan tot je beeld goed is. Daarna pas je de ISO aan als je in donkerder of lichtere situaties terecht komt.

A, van Aperture Priority

Als je in heel veel verschillende lichtsituaties terechtkomt, dan is handmatig belichten teveel gedoe. Zet je camera op A (aperure priority) en het F-getal op de kleinste waarde. Er zijn vanaf dat punt twee opties, ieder met voor een nadelen:

1. Zet je camera op spot-meten, niet op gemiddeld. Hou er rekening mee dat je je spot dan op je onderwerp moet mikken, anders wordt je beeld te licht of te donker. In de praktijk staan je onderwerpen dan in het midden, en moet je achteraf je foto’s wat bijknippen om ze mooier uit te lijnen.

2. Exposure compensation. Zet je camera op gemiddeld belichten, maar realiseer je dat het gemiddelde van een donker beeld met een paar lichte personen door de camera als een te donkere scene kan worden gezien, terwijl het dat niet is. Check of gezichten overbelicht raken. Als dat gebeurt, zet dan de exposure compensation lager. Deze compensatie is vaak door middel van een knop bovenop de camera. Zet die om te beginnen op -2. 

Een brommerrijder parkeert in de lift die naar de Maas-tunnel leidt. Naast het liftgebouw zien we nog net haven in de mist, en een stukje van een auto die om de hoek lijkt te gluren. De hele foto is gelig, door natrium SOX lampen en gele tegels op de muren. Maar in de lift is het licht blauw, om te voorkomen dat junkies er gaan injecteren.

Met een iPhone in de nachtstand kun je geweldig lichte foto's maken in duistere situaties. Klik het beeld aan. Er komt een zonnetje in beeld dat je kunt terugtrekken om de belichting wat te temperen.

HULPMIDDELEN

Statief

Als je niet mee gaat bewegen, zet je camera dan op een statief. Ik zet mijn camera aan het begin van de nacht op statief, en verplaats hem op mijn schouder met statief en al. Ik gebruik graag een houten statief, want van een aluminium statief koelen mijn handen zo hard af. Alternatief zou je tape zoals om racefietssturen om je statiefpoten kunnen doen, op de plek waar je je statief vastpakt als je er met camera en al mee loopt. Goede tweedehands statieven vind je voor een tientje. Houten statieven voor 50 euro. 

Links een samengestelde camera op een houten statief. Op de grond rechts daarvan zie je de schaduw van de camera en van de fotograaf.

Dit is mijn grotendeels houten statief in actie. Links de forse zonnekap, rechts de grote zoeker op de camera.

Zonnekap vs UV filter

Grappig genoeg is een zonnekap cruciaal in de nacht. Een zonnekap voorkomt dat lampen die net buiten beeld staan je contrast verpesten. Hij moet zo lang/diep mogelijk zijn, maar niet zelf in beeld komen. Vaak is het ook nog nodig om met 1 hand lampen af te dekken, om te voorkomen dat die het contrast in je beeld afvlakken. Een goede stevige zonnekap beschermt je lens beter dan een UV filter er op. Een UV filter geeft vaak juist extra flaires, dus die moet er af. 

Flits

Disclaimer: Ik fotografeer alleen analoog met flits, en heb geen ervaring met digitale camera’s die zelf de sterkte van de flits compenseren. Bij analoog fotograferen kun je de ISO niet op je camera instellen, maar de film bepaalt de ISO.

Belangrijk: Flitslicht komt niet ver. Ik stel de kracht van mijn flits zo in, dat ie op 4 meter sterk genoeg is om goed te belichten bij een wijd open lens. Op 2 meter regel ik 1 stop terug, op 1 meter een tweede stop. Dat is dat. 

Flitslicht is ideaal om bewegingsonscherpte te voorkomen. Realiseer je dat sluitertijd er bijna niets toe doet als je flitst. Een flits duurt iets van 1/10.000e van een seconde en dat is veel korter dan je snelste sluitertijd. Het enige is dat de camera de sluiter in zijn geheel open zet. De sluitertijd waarop dat gebeurt is in de regel rood gekleurd op de knop waarmee je die instelt. Bij oude camera’s is dat vaak 1/60, of 1/100. Al je de sluiter korter instelt, dan is op geen enkel moment het hele frame tegelijk open, en krijg je een band van licht door je beeld.

(Leaf shutters: De camera’s die de sluiter niet in de camera hebben, maar in de lens, kunnen vaak op alle sluitertijden flitsen. Als je de sluiter langer openlaat, dan krijg je meer omgevingslicht binnen, meer achtergrond.)

Dus met de kracht van je flitser bepaal je je de helderheid van je onderwerp, met de sluitertijd de helderheid van je achtergrond. Dat geeft veel creatieve mogelijkheden.

Ik gebruik mijn flits nooit op de camera. Ik heb de camera in de ene hand, de flits in mijn linkerhand met gestrekte arm. Frontlicht is namelijk niet mooi. Het geheim van mooi flitslicht is off camera flitsen. 

Portret van Yara op 6x6 film. Kort haar, grote rode bril, wollen sjaal om en leren jas. Ze zit iets links in het frame. De achtergrond is zwart.

Ik heb hier van links, en ietsje boven geflitst. Kijk naar de schaduw van de neus op het oog links om een idee te krijgen waar mijn flits was. Door dekracht van de flitser, en het onderwerp dicht bij de lens, is de achtergrond relatief donker, zodanig dat de afbeelding daarvan zwart gebleven is.

MORAAL VAN DIT VERHAAL

• Zorg dat je je ISO, sluiter, aperture en compensation makkelijk kunt aanpassen. 

• Regel een statief.

• Zet je lens op het laagste F-getal die je lens biedt. (bv F1.8 of F3.5). Zet je camera op A of M om dit mogelijk te maken.

• Zet je sluitertijd op de laagste stand die je scherpe beelden oplevert (bv 1/50 als je handmatig schiet). 

• Laat je camera je ISO zelf inregelen, al dan niet met exposure compensation, of kies een ISO die beelden oplevert die helder genoeg zijn, maar gezichten niet overbelicht. 

• Geen UV filter, wel een zonnekap.

• Regel je flits af op je aperture+ISO, en bevries je onderwerp met flitslicht. Hou je flitser los in de hand, ver van de camera.

En ook nog even dit: Infrarood

Op mijn site staan vele infrarood nachtopnames. Daarbij was de maan de lichtbron. Infrarood-camera’s zijn géén warmtecamera’s. Ze zien niet in het duister zoals een nachtcamera van het leger. Ze hebben een infrarood-licht bron nodig, bv een IR lamp, of de volle maan. Bewakingscamera’s hebben vaak een IR lampje als lichtbron. Mijn volle maan-foto’s hebben sluitertijden tussen de 6 en 60 seconde. Maanlicht is onvoldoende voor scherpe beelden van bewegende mensen of dieren.

Een nacht met maanlicht. Bomen en huizen in de achtergrond. In de voorgrond staat een half wild Koningspaard, dat met zijn lijf links in beeld staat, naar ons toe gericht, maar met zijn hoofd naar rechts gedraaid is. Eén oog kijkt ons aan. Het licht is vlekkerig: Maanlicht door de bomen.

Infrarood in heel fel maanlicht. Het paard stond af en toe lang genoeg stil om 2 seconde lang te belichten. Die beelden waren te donker. Dus om toch beeld te krijgen heb ik de foto achteraf opgelicht. Net als bij je ISO hoger zetten, gaat dat gepaard met ruis.